Bijna tien jaar geleden vluchtte Mohsen Alali (57) voor IS vanuit Irak. Zijn beide volwassen
kinderen bleven met hun gezin achter. ‘IS vermoordt jezidi’s omdat wij geen moslim zijn.
In Mosul, waar wij woonden, is nu alles kapot. Mijn huis is weg. Ik wil er niet te veel aan
denken, want dat is allemaal heel moeilijk.’
Mohsen krijgt een trieste blik in zijn ogen als hij erover vertelt. Gelukkig gaat het goed met
de kinderen die mee naar Nederland kwamen. Zijn beide oudste zonen zijn een kapperszaak
begonnen, vertelt Mohsen met trots.
In Irak was hij autoverkoper en Mohsen sleutelde ook aan auto’s. Het was dus logisch dat
hij in de fietsenwerkplaats van de Bovengrondse Vakschool aan de slag ging. Hij zou er graag een vast contract krijgen. ‘Het werk is een prima afleiding voor mij. Ik werk niet graag buiten, dus de werkplaats is prima. Het is gezellig met de collega’s en het werk is niet moeilijk voor mij.’
Mohsen redt zich redelijk goed met het Nederlands en tolkt een beetje voor Koerdische
collega’s. Hij woont met zijn vrouw en jongste zoon in Heerlerbaan. Over de Nederlandse
koffie is hij meer dan tevreden: ‘Veel beter dan onze koffie! Die is zo sterk dat je er maagpijn
van krijgt en niet kunt slapen.’